Zeven
observaties van Sir David Attenborough over de toekomst van de natuur.
A life on our
planet In zijn nieuwe boek
zoekt David Attenborough naar antwoorden op zorgen over onze natuur. Haar toekomst in zeven observaties. Kester Freriks 27
oktober 2020
Leestijd 5
minuten
Met zijn kenmerkende stem maakt hij iedereen tot
deelgenoot. Bioloog David Attenborough (94) neemt kijkers al ruim zestig jaar
mee de ongerepte natuur in. Maar er is niet alleen de Attenborough van
documentaires als Life on Earth (1979), The Living Planet (1984) en recentelijk A Life on Our Planet (2019), hij is ook een
begenadigd schrijver. Sterker: de échte Attenborough leer je pas kennen uit
zijn boeken, vooral zijn laatste, Een leven op onze planeet.
Dat is meer dan een begeleidend boek bij de gelijknamige documentaire, het is
een indrukwekkende zoektocht naar antwoorden op vragen die iedereen met zorgen
over de toekomst van de wereld heeft.
„Alle antwoorden liggen in de natuur besloten”, schrijft Attenborough.
Zeven belangrijke observaties ontleend aan het boek, gevolgd door een korte
toelichting. Uiteindelijk biedt Attenborough een hoopvol perspectief, maar de
tijd dringt.
1.
‘De natuurlijke wereld is in verval. Het bewijs is
overal. Het gebeurde tijdens mijn eigen leven. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien.
En het zal leiden tot onze vernietiging.’
Het is „onze grootste fout”, schrijft Attenborough, dat tragedies als
klimaatverandering, ontbossing van de Amazone en andere oerwouden, de
teloorgang van het Australische koraalrif en het smelten van de ijskappen
begonnen terwijl we er getuige van waren. We stonden erbij en keken ernaar.
Attenboroughs belangrijkste observatie is dat het verlies van
biodiversiteit voortkomt uit onze huidige leefwijze, van overconsumptie en
vliegreizen, van de gretigheid steeds meer te willen. Als we de eens ongekende
rijkdom van de natuur niet herstellen en opnieuw leren verzorgen, dan tast dat
het leven op aarde aan, inclusief onszelf.
Lees ook:Hoe Sir David Attenborough de biodiversiteit wil
redden.
2.
‘De natuur is niet onbegrensd. De wildernis is
eindig en moet worden beschermd.’
De mensheid leefde eeuwenlang in de overtuiging dat de aarde
onuitputtelijk is, alsof olievoorraden nooit opraken, zeeën en oceanen niet
leeggevist en oerwouden nooit weggekapt kunnen worden. Maar dat is een illusie.
Een van de meest sensationele wildernissen is de Serengeti in Afrika, enkele tienduizenden vierkante kilometers savanne en boslandschap op de grens van Kenia en Tanzania. Het Masai-woord ‘serengeti’ betekent ‘eindeloze vlakten’. Het is een prachtige typering voor een ogenschijnlijk onbegrensde streek. Maar het is een bekende les uit de biologie dat in de natuur alles met alles samenhangt.
Als je bijvoorbeeld in de ‘serengeti’ van de oceanen een schakel in de
voedselketen weghaalt door walvissen te bejagen tot ze uitsterven, dan stort
het delicate evenwicht in. Walvissen zorgen er met hun grote lijven voor dat
plankton en andere voedingsstoffen vanuit de diepten naar boven komen wervelen.
Daarvan leven vissen die alleen in de oppervlaktewateren voorkomen – en dat
zijn talloze soorten. Zouden walvissen voorgoed verdwijnen, dan komt aan deze
voedselregulatie een einde.
3.
>‘Misschien wel het belangrijkste inzicht van
onze tijd – namelijk dat onze planeet klein, eenzaam en kwetsbaar is.’
In elke documentaire van Attenborough komt een sleutelscène voor: het
beeld van onze aarde als een blauw-groen glanzende edelsteen, zwevend in het
heelal. Dat beeld dateert van kerst 1968, toen de astronauten van Apollo 8 van
290.000 kilometer afstand een camera op de aarde richtten. Daar bevond zich dus
de hele mensheid, afgezien van dit drietal ruimtereizigers. Geen van hen durfde
zelfs met de ogen te knipperen, zo stilmakend was wat ze zagen, vertelden ze
later.
Attenborough werkte toen in de internationale controlekamer van de BBC
in Londen, waar hij opeens een van de astronauten hoorde zeggen: „Hallo
Houston, dit is Apollo 8. We hebben de camera nu rechtstreeks op de aarde
gericht.” Achteraf noemt Attenborough dit „het belangrijkste inzicht van onze
tijd”. De astronauten maakten de reis om de maan te onderzoeken, maar ze
ontdekten de aarde. Naar schatting één miljard mensen over de hele wereld keken
naar die fragiele, gekleurde stuiter in het heelal.
Lees ook: En toch heeft Attenborough het mis
4.
‘Als we doorgaan met leven zoals we nu doen, houd
ik mijn hart vast voor degenen die de komende negentig jaar zullen meemaken.
Recent wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de levende natuur
waarschijnlijk op het punt staat om te kiepen en in elkaar te storten.’
Wie zich beperkt tot het bekijken van de
documentaire A Life on Our Planet en niet
de moeite neemt het gelijknamige boek te lezen, doet zichzelf en Attenborough
tekort. In het boek schetst hij een brede maatschappelijke context, die de
documentaires missen. Ook spreekt hij zich fel uit tegen de klimaatverandering,
wat hij eerder niet zo uitgesproken deed. Hij betoogt dat de mensheid sinds de
Tweede Wereldoorlog onophoudelijk bezig is aan „de grote versnelling”: een niet
aflatende expansie van de wereldeconomie.
We nemen van de natuur, aldus Attenborough, maar geven haar niets terug.
Ontbossing om landbouwgebieden aan te leggen is feitelijk roofbouw. Een
plantage die uitsluitend uit oliepalmen en sojavelden bestaat is een arme
monocultuur.
5.
‘Naarmate wij de wilde natuur steeds verder opdelen
door ontbossing, de uitbreiding van landbouwgrond en de illegale handel in
wilde dieren, wordt de uitbraak van een volgende pandemie steeds
waarschijnlijker.’
De uitbraak van Covid-19 was door wetenschappers voorspeld. Beperking
van leefruimte van mens, fauna én flora leidt tot verzwakking, uitputting en
ziektes. Deze waarheid heeft al enkele decennia open en bloot voor ons gelegen,
helaas zonder dat er lering uit werd getrokken.
De mens deelt de aarde met de natuur, „onze levensondersteuner”, in de
woorden van Attenborough. Het is daarom geen toeval dat de stabiliteit van de
planeet wankelt en er een pandemie uitbreekt juist op het moment dat de
biodiversiteit schrikbarend is afgenomen. Een rijke natuur is robuust en
gezond, in staat zich te verweren tegen ziektes. Een arme natuur is dat niet.
Volgens Attenborough is dit een „onveilige” situatie die tot pandemieën kan
leiden.
6.
‘Op papier is 100 hectare regenwoud minder waard
dan een oliepalmplantage. De enige manier om hieraan in de praktijk iets te
veranderen, is het begrip ‘waarde’ een andere inhoud te geven.’
We willen alles in geld uitdrukken. Als een regenwoud in keiharde dollars
minder waard is dan een plantage, dan lijkt het vanzelfsprekend dat regenwoud
neer te halen. Maar de waarde van bos en woud, van zeeën en oceanen is niet in
geld uit te drukken, ze hebben een onschatbare, immateriële betekenis.
Daarom moeten we de ongeschonden natuur als het waardevolste onroerend
goed ter aarde beschouwen. We zouden kortom van munteenheid
moeten veranderen.
7.
‘Door onze dominantie over de natuur te verliezen,
winnen we een blijvende natuurlijke stabiliteit voor alle komende generaties.’
Attenboroughs gelooft in rewilding ofwel het scheppen van wilde natuur. Hij
wil „de wereld weer wild maken”. En dat is niet zomaar een romantisch idee van
een man die bijna een eeuw geleden werd geboren en aanzag hoe de ongerepte
natuur als levensbron decennium na decennium werd aangetast. In het jaar van
zijn geboorte, 1926, kende de aarde nog bijna 70 procent wilde natuur, in 2020
bedraagt dat 35 procent. Nog een mensenleven à la Attenborough, en de wildernis
is voorgoed weg en voorbij.
Rewilding is het laatste wat ons nog rest. We zouden onze ecologische voetafdruk steeds meer moeten verkleinen, dat betekent: geen regenwoud aan de ene, armere kant van de wereld kappen om de rijkere delen te voorzien van soja, rundvlees, palmolie en tropisch hardhout. Landbouw en houtkap verwoesten de natuurlijke omgeving.
Oceanen rekent Attenborough tot wildernissen. Hij noemt visvangst „de
grootste wilde-oogstactiviteit ter wereld” die schade berokkent aan de zeeën.
Als we het op de juiste manier doen, kunnen we ermee doorgaan. Maar de mens
vist overal met doeltreffende technieken, waardoor geen vis ter wereld veilig
is. Aangezien tweederde van het aardoppervlakte bedekt is met oceanen, zijn
deze van belang om de biodiversiteit te vergroten en de klimaatverandering te
doen stoppen.
Is er tot slot nog hoop? Zeker, Attenborough biedt een toekomstperspectief
waarvan de kern het natuurlijke evenwicht is. De natuurlijke balans kan
hersteld worden als de mens niet alleen maar neemt van de natuur maar ook
teruggeeft, haar niet alleen uitput maar vooral voor haar zorgt.
Dat is rewilding: onze
invloed op de natuur drastisch beperken en gehoorzamen aan de duurzame wetten
van de natuur. Daarin ligt onze grote, misschien wel laatste kans.
David Attenborough: Een leven op onze planeet.
Vert. Nathan Brinkman. Uitg. Luitingh-Sijthoff, 256 blz. Prijs € 20,-
Reacties
Een reactie posten